Toespraak Ama Boahene 30 juni 2015

Toespraak 17 jarige Ama Boahene op 30 juni 2015

Een 11 jarige jongen wordt losgerukt uit zijn vaders armen, met duizenden anderen vervoerd in een verstikkend schip, eenmaal aangekomen moet hij dag in dag uit werken. En bij elke misstap die hij maakt, tekent de zweep een nieuw litteken op zijn rug.

Zo waren er nog miljoenen jongens en meisjes, mannen en vrouwen, die elke dag in doodsangst leefden.

Vandaag mogen alle kinderen in Nederland buitenspelen. Vandaag hebben alle mannen en vrouwen dezelfde rechten. Vandaag kunnen wij deze gruwelijke gebeurtenissen het verleden noemen.

Dat wil helaas niet zeggen dat de gedachtes die aan de slavernij ten grondslag lagen nu niet meer bestaan. Ooit werd gedacht dat anders zijn, minderwaardigheid betekende. En hoe verschrikkelijk het ook is om te beseffen, dat geloven mensen nu nog steeds.

De terroristische aanslagen van IS op westerse toeristen in Tunesië, de protesten tegen de politie in Den Haag na de dood van een gearresteerde Arubaan. Nog steeds vechten er wereldwijd elke dag mensen met elkaar omdat ze zo verschillend zijn dat ze elkaar het licht in de ogen niet gunnen.

Ik vraag u daarom vandaag niet alleen stil te staan bij de geschiedenis, maar ook te denken aan hoe de toekomst er uit moet zien. Een toekomst die niet van u alleen, maar van ons samen is.

We leven in een wereld die overloopt van vooroordelen, waarin het bijna onvermijdelijk is om in een hokje te belanden waar je zelfs met een breekijzer niet meer uitkomt.
Maar we leven ook in een wereld waarin we met elke stap die we zetten toleranter en liefdevoller worden.

Onze onderlinge verschillen hebben ooit de basis gevormd voor onze onderlinge haat. Maar kijk ook naar hoeveel moois het ons heeft gebracht. Wij krijgen elke dag de kans om te leren van de mensen met wie we het oneens zijn. Omdat zij maken dat we keer op keer op keer na moeten denken over onze daden.

Omarmen dat we verschillen is misschien wel het moeilijkste dat er is. En het lukt ons ook lang niet altijd.
Maar zijn wij bereid om ons daar zomaar bij neer te leggen?
Ik niet.
Accepteren wij dat onze verschillen een niet te overbruggen kloof gaan vormen?
Ik niet.
Staan wij toe dat we anderen gaan haten, niet omdat wat ze doen, maar om wie ze zijn?
Ik niet.

Maar in mijn eentje kom ik niet boven het geluid van woedende massa’s en ratelende machinegeweren uit. Daarvoor hebben we elkaar nodig.

We staan hier allemaal met andere gevoelens, en dat is oké.

Sta hier vandaag bedroefd. Om het onrecht. Om de ongelijke behandeling van gelijke mensen.

Sta hier vandaag dankbaar. Dat wij nooit de hitte van schroeiende brandijzers zullen voelen. Dat wij nooit het geschreeuw van onze misbruikte  moeders en verminkte vaders zullen horen. Dat wij voor ons en onze kinderen een toekomst kunnen zien.

Maar sta hier vandaag vooral trots. Dat we hier samen, hoe verschillende ook, strijden voor hetzelfde doel. Niet uit haat, maar uit liefde voor onze vrijheid.

Elke dag hebben we een keuze.
Laten we ons uiteendrijven door onze verschillen? Of vieren we dat we anders zijn.
Blijven we wachten op betere tijden, mooiere kansen en nieuwe mensen? Of beginnen vooruit te lopen, ook al hebben we geen idee wat er in de verte op ons wacht.
Proberen we vol woede en haat het verleden te veranderen? Of leren we ervan en gaan we nieuwe geschiedenis schrijven.

Onze toekomst begint vandaag. En door elke klap die we toen hebben gekregen, waarderen we nu de liefde des te meer.