Notitie

LIJDEN, LOSLATEN, LEREN & LEVEN

Zeer geachte lezer,

Voor u ligt een notitie waarin het bestuur van de Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli u informeert betreffende haar ideeën m.b.t. de conversie van deze Stichting naar een meer proactieve Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli. Hiermee geeft het bestuur impliciet te kennen, dat zij de realisatie van haar missie niet zonder uw inbreng en steun wil en kan realiseren. Uw reacties en/of suggesties zien wij daarom gaarne tegemoet.

Inleiding
Kennis van je eigen geschiedenis is in het leven, vooral in een multiculturele samenleving een belangrijke voorwaarde om verder te komen. Een belangrijke, maar niet de enige voorwaarde.
De eerste zes maanden van het jaar 2007 hebben voor de Stichting Comité 30 juni – 1 juli Viering vooral in het teken gestaan van verwarring. Velen hebben zich terecht grote zorgen gemaakt over de continuïteit van de organisatie. De doorstart is er dankzij de inzet, creativiteit en doorzettingsvermogen van enkele sleutelfiguren.
Er is een nieuw bestuur benoemd, dat samen met u vorm en inhoud wil geven aan de nieuwe oriëntatie van deze organisatie.
Het nieuwe bestuur ziet volop kansen om de doelstellingen van de stichting substantieel uit te bouwen. Die kansen liggen onder meer op de volgende gebieden:
1    De naamsverandering en de uitbreiding van de doelstelling van de stichting;
2    Verwerven van een zelfstandig onderkomen, faciliteiten en personeel;
3    Actieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie- en integratiedoelstelling van de gemeente doormiddel van activiteiten op de gebieden Informatievoorziening, Voorlichting, Onderwijs en Werkgelegenheid;
4    Coördinatie, advisering en ideeontwikkeling t.b.v. de gemeente en zelforganisaties;
5    Nauwere samenwerking met het NiNsee, het Comité 4 en 5 mei en andere relevante organisaties;
Met deze notitie wordt u in de eerste plaats nader geïnformeerd over onze intenties. Om draagvlak en draagkracht te genereren voor onze ideeën is het verder noodzakelijk dat wij kennis kunnen nemen van uw kritische op –en aanmerkingen. U levert een grote en gerichte bijdrage aan de verdere ontwikkeling en de strategische positionering van onze organisatie, wanneer u uw opmerkingen c.q. voorstellen formuleert aan de hand van onder meer de volgende vragen:
•    Heeft het in de huidige ontwikkelingsfase van het Comité zin om een doorstart te maken, waarmee een meer substantiële bijdrage kan worden geleverd aan het integratiedossier van onze gemeente?
•    Op welke wijze en onder welke condities kan het Comité deze bijdrage leveren?
•    In hoeverre bieden de nu voorgestelde kaders voldoende ruimte om de beoogde bijdrage mogelijk te maken?
•    Hoe kunnen botsingen voorkomen worden tussen de prioriteiten van een goed functionerende Comité enerzijds en die van andere belangengroepen anderzijds?
•    Hoe kan in de nieuwe opzet van het Comité de samenwerking met u of met uw organisatie verder versterkt worden?
Ook wordt u, op basis van relevante uitgangspunten, uitgenodigd om met ons de uitdaging voor de ontwikkeling van een ambitieus Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli te ondersteunen. Het spoor van deze gemeenschappelijke uitdaging loopt niet slechts via kritische en of negatieve feedback, doch vooral via positieve en concrete investeringen die worden terugverdiend voor alle Amsterdammers in het algemeen en voor de Afro-Surinaamse doelgroep in het bijzonder.

Uitgangspunten
•    Vanuit maatschappelijk en historisch perspectief gezien is het hoog tijd dat ‘het Comité 30 juni – 1 juli’ een nieuwe invulling krijgt;
•    Door het wegvallen van de Stichting Steunfunctie Surinamers in Amsterdam(SSA) is er van een samenhangende representatie van de doelgroep in de regio, m.u.v. het gebied Amsterdam Zuidoost, geen sprake;
•    De fantastische en breed uitgemeten prestaties van een aantal Surinaamse jongeren op sportief gebied verdoezelen de enorme problemen van de doelgroep als geheel op het terrein van onderwijs en werkgelegenheid;

Hoofddoelstelling
•    Het betrekken van alle Amsterdammers bij de herdenking en de viering van het slavernijverleden;
•    De hernieuwde stichting zodanig positioneren, waardoor multipolair kan worden ingezet op zowel de emotioneel traditionele kant als op de noodzakelijke maatschappelijke belangen van de Surinaamse doelgroep;
•    Het bereiken van een betere onderlinge afstemming van diensten/middelen en een gerichte inzet van kwaliteit en deskundigheid ten behoeve van imagoverbetering en vergroting van de arbeidsmarktkansen van de primaire doelgroep.

Verandering naam en uitbreiding doelstelling
De naam “Stichting Comité 30 juni – 1 juli Viering” gaf impliciet de focus alsook de beperkingen van de organisatie weer. Zowel daarin als ook in de doelstelling werd de eenzijdige oriëntatie op de pijnkant c.q. het lijden vanwege het slavernijverleden benadrukt.
Deze belangrijke doch eenzijdige oriëntatie is historisch onjuist en maatschappelijk niet langer aanvaardbaar. Mede vanwege de bewust gekozen marginalisering is ongetwijfeld onbedoeld een ‘Wij /Zij’ tegenstelling gecreëerd, die bij elk verzoek om subsidie een hoogte punt bereikte.
De Stad Amsterdam heeft in het slavernijverleden van Nederland een belangrijke rol vervuld, welke in de heroriëntatie van onze stichting nadrukkelijker tot uitdrukking  komt.
Ook wordt gestreefd naar enerzijds een grotere betrokkenheid van alle Amsterdammers bij het slavernijverleden van de stad en anderzijds naar een fundamentele bijdrage vanuit de organisatie richting de stad als geheel. De nieuwe naam: “Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli” past in deze visie. Ook een actieve betrokkenheid van andere Amsterdammers dan die met een Surinaamse achtergrond past daarbij.

Voor velen, die al jaren betrokken zijn bij de stichting, vraagt de conversie ongetwijfeld diverse momenten van reflectie. Reflecteren en loslaten zijn daarom noodzakelijke middelen om de continuïteit van de organisatie te waarborgen en om essentiële nevendoelen te kunnen realiseren. Doelen die ook verband houden met de belangen van die Surinamers e.a. die om wat voor reden dan ook een mindere betrokkenheid ervaren met het slavernijverleden. Loslaten van de marginale positie maakt het mogelijk om ook zicht te krijgen en te behouden op de participatie van Afro-Surinamers op de gebieden onderwijs en werkgelegenheid.
Samenvattend mag terzake geconcludeerd worden dat gekozen wordt voor de positie van een “investeringsorganisatie” in plaats van een “onderhoudende” zoals de feitelijke functie van het vroegere Comité kon worden gekenschetst.

In de nieuwe opzet wordt geïnvesteerd in onder meer:
•    Informatievoorziening & voorlichting;
•    de positie(toekomst) van jonge Surinamers in Amsterdam;
•    kennis over het slavernijverleden en imagoverbetering;

Accommodatie en faciliteiten
Om de omslag naar een “investeringsorganisatie” mogelijk te maken is het in de eerste plaats noodzakelijk dat er een einde komt aan het ‘nomaden bestaan’.
De beschikking over een vaste locatie, personeel en faciliteiten is een voorwaarde om de geformuleerde doelen en taken op te kunnen pakken. Een realistisch uitgangspunt is dat de kosten die hiermee samenhangen in overwegende mate worden neergelegd bij de gemeente. Daarnaast zullen middels inspanningen op termijn inkomsten gegenereerd worden, waarmee tevens een eigenvermogen en een grotere bestaanszekerheid gerealiseerd wordt.

Maatschappelijk belang
Om uiteenlopende redenen hebben diverse actoren er belang bij dat deze inspanning wordt gepleegd.
•    De gemeente Amsterdam ziet het belang in o.a. haar taak om de sociale cohesie te bevorderen. Dat vereist ook aandacht voor de achterstandspositie van de groep Afro-Surinamers op de gebieden informatievoorziening, het onderwijs en de arbeidsmarkt. 
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat er geen sprake is van een evenredige vertegenwoordiging van de groep Afro-Surinamers op de arbeidsmarkt. Het uitgangspunt ‘werk gaat boven een uitkering’ is zeer te verantwoorden, maar een oververtegenwoordiging van de doelgroep in bijvoorbeeld ‘stadswachtfuncties’ werkt nu al stigmatiserend en is funest voor de beeldvorming. 

Ook op het gebied van het onderwijs liggen er voor zowel de gemeente als voor de doelgroep forse uitdagingen. Recent onderzoek  heeft uitgewezen dat allochtonen vaker onterecht worden doorverwezen naar lagere vormen van het voortgezet onderwijs. Ook blijkt uit cijfers dat qua leerprestaties de groep Afro-Surinamers onder het gemiddelde presteren van andere vergelijkbare groepen. Prioriteit hiervoor is dringend nu nodig. Ook op andere terreinen kan het gemeentelijke beleid kritische begeleiding gebruiken.
•    De ontstane verwarring tengevolge van het toenemend multicultureel karakter van de samenleving is door diverse arbeidsorganisaties, scholen en in veel gevallen ook door sommige burgers nog onvoldoende ontrafelt. Zo wordt de bij de aanpak van knelpunten rondom niet autochtone groepen nog teveel gedacht in termen van projecten en te weinig in structurele inspanningen.
•    Bij diverse zelforganisaties van Afro-Surinamers is een overtuiging gegroeid van achterstelling t.o.v. andere groepen Amsterdamse burgers. Deze overtuiging heeft geleid tot een zekere mate van onverschilligheid, ook omdat geen zekerheid bestaat over de continuïteit van activiteiten. Daarnaast heeft de strijd om het voortbestaan de onderlinge samenwerking uitgehold.

Coördinatie, advisering en ideeontwikkeling
Om de primaire oriëntatie integraal te kunnen richten op Leren en Leven en zodoende de participatie van Afro-Surinamers in Amsterdam te optimaliseren is coördinatie en bundeling van gerichte inspanning nodig. In deze visie staat TEAM voor Together Everyone Achieves More of Samen Sterk.
Daarvoor is kennis van en vooral het contact met de diverse organisaties noodzakelijk. Om de kloof tussen de gemeente en de doelgroep te overbruggen en zich tot dé vraagbaak over het integratiebeleid voor Afro-Surinamers in de regio te ontwikkelen, streeft het comité naar kwaliteitsverbetering en een adviserende rol. Om dit te bereiken is ideeontwikkeling en bundeling middels een Educatief Platform een interessante optie. In dit kader is op 17 september 2007 bij de wethouder voor Onderwijs en Integratie een advies c.q. idee neergelegd (zie elders op de site)voor de instelling van een prijs voor de Amsterdamse leerkracht van het jaar. Gelet op de geringe geborgenheid die onze jongeren op school moeten ontberen en het gebrek aan intrinsieke motivatie bij vele leerkrachten om de diversiteit in hun klas te managen, is dit beslist geen overbodig advies.

Samenwerking en draagvlak
Om de slaagkans van onze plannen te vergroten worden alle relevante organisaties en personen betrokken bij de voorbereiding en bij de nader concrete invulling. Voor wat betreft de activiteiten met betrekking tot het slavernijverleden wordt goed en constructief overleg gevoerd met het NiNsee. Daarbij ligt het accent vooral op de concrete vertaling van relevante onderzoeken over en naar de doelgroep.
Uit het eerste gevoerde oriënterend gesprek met de gemeente over deze plannen is al voorzichtig positief gereageerd. Dankzij de breed opgezette inspraakmogelijkheid krijgt het bestuur wellicht meer draagvlak vanuit het veld om een snelle realisatie van haar plannen mogelijk te maken.

Hoe verder?
Voor nu hopen wij dat u onze voorlopige ideeën serieus wilt bestuderen en de  conversie naar de vernieuwde “Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli” zal toetsen aan de hand van onder andere de eerder gestelde vragen, de door ons behaalde resultaten en uiteraard uw bijdrage daaraan. Verder vernemen wij graag blijvend uw ideeën en suggesties ten behoeve van de nader concrete realisatie van de door ons gestelde doelen. Wij zullen uw ideeën c.q. voorstellen inventariseren en u indien nodig benaderen om in uw agenda ruimte te reserveren voor overleg.
Deze ruimte kan eventueel ook worden benut om u terzake nader te informeren.
Ten slotte hebt u er ongetwijfeld begrip voor dat de bestuursleden van het Comité allen een drukke baan hebben en daarom slechts op uw schriftelijke reacties kunnen ingaan.
Ter overdenking nog de volgende stelling:
“Zij die de wreedheden die hun voorouders zijn aangedaan koesteren, begaan tegenover zichzelf mogelijk een grotere wreedheid”.

Met bijzonder genoegen,
Het bestuur van de Stichting Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli
Kenneth Renfrum
Voorzitter